In mijn hoofd zag het er al maanden zo fantastisch uit...
Een dagje rijden in de camper met twee blije hondjes achterin en dan een dag (of twee want wat maakt het allemaal uit?) relaxen op het Franse platteland. Verse pain au chocolat, wandelingen door de heuvels, door bossen en natuurlijk een paar dagen aan zee. Kiko is dol op het strand, vooral dat buffet schelpjes en kreeftjes langs de vloedlijn. Anna is dol op eindeloos over het zand rennen. Dus ja, ondertussen al een beetje gebruind, zou ik een mini strandvakantie hebben met de honden voordat we de Pyreneeën zouden oversteken. Ik zou de camper parkeren op verlaten camperplekken zodat we alle ruimte zouden hebben en mochten er toch andere mensen zijn dan zou ik een wijntje met ze drinken en ondertussen hun verhalen horen. Geen haast maar avontuur.
Zoals ik vorige keer al vertelde, regende het bij vertrek. Dat melancholische grijs vond ik nog wel passen bij het verlaten van huis en haard, vrienden en familie en alles wat ik zeker wist.
België was net zo grijs en nat en dus reed ik maar gelijk door naar Noord-Frankrijk. Daar zou de zon toch wel schijnen? Achterin de camper lagen Kiko en Anna tevreden te slapen. Autorijden, zo lang het maar harder gaat dan 50km/u, vinden ze allebei heerlijk en met die regen wilden ze alleen maar even snel plassen en gauw weer op de bank. Dus ik reed maar gewoon verder, tot de schemering inzette.
Frankrijk bracht geen zon. Sterker nog, in plaats van de Hollandse en Belgische miezer, had ik nu stortregen om ons doorheen te sturen.
De camping die ik (blijkbaar niet zo heel zorgvuldig) had uitgezocht voor mijn eerste nacht, bleek niet open te zijn. Natuurlijk, ik zou het allemaal avontuurlijker gaan aanpakken, maar het leek me wel fijn om mijn eerste nacht toch nog een beetje op safe te spelen. Dan nog maar even doorrijden, misschien in een volgend dorpje. Of het dorpje daarna.. Toen het eenmaal donker was en ik door het zoveelste dorpje reed, vroeg ik bij een pizzeria of er ergens in de buurt een camping was.
De pizzabakker keek me verbaasd aan. Nee, een camping was hier niet. Maar ik mocht wel op de parkeerplaats achter het restaurant staan, als ik morgen maar weer weg ging.
Daar stonden we dan. In de stortregen, naast de vuilcontainers in een dorp waarvan ik niet eens wist hoe het heette. Kiko en Anna kon het weinig schelen; ze gingen snel even plassen, sprongen op de bank en aten hun lievelingsbrokjes. Daarna ging ik zelf maar achter wat eten aan, een verse pizza had ik wel verdiend na zo'n lange rit.
De deur van het restaurant was dicht, de lichten waren uit. Dit restaurant sloot blijkbaar om een uurtje of acht al.
Dit was niet zoals ik het voor me had gezien. Ik voelde me helemaal niet avontuurlijk maar eigenlijk een beetje zielig. Ik vond mezelf een flut camperaar, dit leek helemaal niet op al die stoere posts op Instagram van al die 'home is where you park it – mensen'. Die stonden aan bergmeertjes, niet naast de containers van een pizzeria. Die aten, voor hun vintage busjes en campers, 'geïmproviseerde curry's met lokale producten', geen opgewarmde soep.
We sliepen die nacht alle drie als een blok en waren de volgende dag al vroeg uit de veren. Onze eerste ochtendwandeling! Het is zo bijzonder om te zien hoe het voor honden allemaal niet zo veel uitmaakt. Ik verbaasde me over de omgeving, die had ik de avond van tevoren natuurlijk helemaal niet goed gezien in het donker. Boerderijtjes, kleine weggetjes, stilte en prachtige groene heuvels. Terwijl ik met mijn mensenbrein nog bezig was met hoe ik hier gekomen was, waar we eigenlijk precies waren en 'als er maar geen brommer langskomt want dan gaat Kiko uit zijn dak', 'wat nou als we een andere hond tegenkomen, dat trekt Anna niet en de weggetjes zijn te smal om ruimte te maken' en al die andere dingen waar ik me met twee reactieve podenco's altijd druk over had gemaakt, stonden de honden te snuffelen aan plantjes, aten wat grasjes en Anna probeerde zelfs een 'gesprek' aan te gaan met een passerende kip.
Toen het na een uurtje begon te druppelen, lieten ze me weten dat het wel tijd was om naar 'huis' te gaan.
Het bleef stortregenen dus ik bleef maar doorrijden. De laatste stop voordat ik de Pyreneeën over zou steken was in het zuidelijkste stukje Frankrijk, aan zee. Een luxe camping, met heerlijke douches en verse broodjes. We waagden ons nog even in de stortregen en snuffelden naar kreeftjes en krabbetjes tot de regen zeer begon te doen. Met een diepe zucht begon ik aan de rit waar ik eigenlijk de hele tijd tegenop had gezien. Tussen de vrachtwagens in, dwars door de wolken naar de grens met Spanje.
Met zweet in mijn handen kwam ik bij het tolpoortje, betaalde een paar euro en trok weer op. We waren in Spanje! Het was gelukt! Zodra de afdaling begon, zag ik in de verte blauwe lucht, in Spanje was het wèl mooi weer!
Onze eerste Spaanse stop was Pamplona en daar realiseerde ik me weer hoe het ook al weer was. Terwijl we door een buitenwijk van de stad liepen, ging Kiko weer uit zijn dak tegen brommers en motoren en Anna tegen andere honden. Alle mensen die hier met honden aan de lijn liepen, hadden piepkleine fluffy hondjes. Mijn twee hysterische honden leken dan ook wel monsters en ik kreeg een boel verwijtende blikken. Daar stond ik weer, achter hekjes of bomen, wachtend tot de fluffy hondjes gepasseerd waren. Nee...wij zouden niet de vast heel prachtige binnenstad van Pamplona gaan ontdekken. Wij gingen de volgende ochtend naar de woestijn.
Zoals we dat gewend waren, wandelde ik met Kiko en Anna aan de lange lijnen. Super onhandig nu er zo veel nieuws te snuffelen was en zo veel rotsen om op te klimmen, ruimte om te rennen...
Terwijl ik stond uit te puffen en van het uitzicht probeerde te genieten, realiseerde ik het me opeens. Hier was geen verkeer. Hier waren geen brommers, geen andere honden. Wat liep ik hier nu ingewikkeld te doen? Het ergste wat kon gebeuren was dat ze keihard zouden gaan rennen en dat ik lang moest wachten tot ze weer terug zouden komen. Ik had helemaal geen haast.
'Kiko, ik ga je losmaken maar doe mij een plezier en blijf een beetje in de buurt. Ik vind het spannend'. Klik. Kiko was los, keek verbaasd omhoog en dribbelde vervolgens gezellig naast me verder. Steeds een beetje meer bij mij vandaan maar zodra ik zijn naam riep, kwam hij meteen terug. Viel dat even mee.
'Anna, ik ga je los...ach, dat heeft geen zin. Maar wel weer terugkomen hé?' Klik. Anna was los en in 0.3 seconden uit het zicht. 'Kiko, waar is Anna?' Het is een trucje wat Kiko kan en dus wees hij mij, met zijn blik, op een topje van een heuvel. En jawel, daar stond Lady Anna van het uitzicht te genieten. Kiko bekeek het met trappelende achterpootjes. 'Okee Kiko, ga maar dan...'Kiko trok een sprintje en ging op avontuur.
Er was hier niemand, zo ver ik kon kijken. Kiko kwam zich netjes melden (en een koekje scoren) en wees me waar Anna was. Ik kon zonder uit elkaar getrokken te worden van de omgeving genieten, foto's maken en kijken naar hoe Kiko en Anna ook dit avontuur weer vol vertrouwen in waren gesprongen. Een beetje rennen, klimmen, hagedisjes vangen... alsof we nooit anders hadden gedaan. Dat we mijlenver van ons oude huis waren, interesseerde ze niks. Dat we ook helemaal niet wisten waar we morgen zouden zijn, kon ze ook al niets schelen. We waren nu hier en hier was het leuk.
We zijn een paar dagen gebleven en konden daarna nog op een landje van vrienden van vrienden logeren. Maar op een ochtend werd ik wakker met de dringende behoefte om nu dan toch eindelijk de laatste etappe af te gaan leggen. Het werd een lange rit langs de kust en daarna de bergen in. Na honderdduizend scherpe bochten zag ik opeens Órgiva liggen in het dal. Door het tunneltje, over de 7 ogen brug en naar de camping.
Op 10-10- 2017 kwamen we aan in Órgiva. Het was gelukt! Hier zou ik ons nieuwe thuis gaan maken.
Dat dit nieuwe thuis een hoop hondenleed herbergt, wist ik toen nog niet. Ik had wel een vermoeden maar ik was hier eerder geweest en toen had ik er maar weinig van gemerkt. Misschien zou het allemaal wel meevallen...
Er stonden me wat harde lessen te wachten maar die eerste avond dronk ik mijn eerste wijntje in Órgiva, trots op hoe ik ons hierheen had gereden.