Het verhaal van Anna, is een verhaal over hindernissen en omdat ik weet dat veel mensen met adoptiehonden met hindernissen te maken krijgen, ga ik het hier ook gewoon zo vertellen. Met Anna is het nooit makkelijk geweest. Maar, net als bij Kiko, juist door die moeite, de vreemde gebruiksaanwijzingen die je gaande weg samen ontwikkelt, ontstaat er een enorm sterke band. Anna is mijn meisje. Mijn lieve, bange meisje.
Toen Kiko de meeste demonen had overwonnen bleef eigenlijk vooral zijn onzekerheid een probleem. Het advies wat we keer op keer kregen was om er nog een hond bij te nemen. Een hond die niet zo onzeker was. Hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik het een goed idee vond. Een andere hond zou sowieso de aandacht wat afleiden tijdens wandelingen en kon misschien ook wel een goed voorbeeld zijn voor Kiko.
Een stichting in de buurt had een podenco in de aanbieding, Anna. Een meisje dat indringend de camera in keek met een omschrijving die precies leek te passen. We konden kennismaken en ze samen laten spelen op een omheind terrein. Ik vond het spannend want Kiko is niet zo makkelijk met andere honden, al ging het met andere Spaanse honden dan vaak juist weer wel goed.
Toen we aankwamen zagen we een broodmager podenco-meisje aan komen lopen. Kiko besnuffelde haar voorzichtig, Anna snuffelde aan Kiko en ze maakte met een enthousiaste sprong een diepe spelbuiging. Een seconde later renden ze achter elkaar aan, wisselden netjes af wie er voorop rende en ze snuffelde samen aan grasjes en struiken. A match made in heaven!
Nu moesten we er verplicht een week over nadenken maar ik was er eigenlijk wel over uit, Anna kon bij ons wonen. Ik vroeg naar de achtergrond van Anna maar daar was weinig over bekend. Ze kwam uit Murcia, had in Nederland al bij een gezin gewoond maar dat was niet helemaal goed gegaan. Er was geen klik. Daarna had ze nog ergens in een opvang gezeten waar ze verder getraind was op allerlei standaard vaardigheden en nu was ze helemaal gewend aan het leven in een huis.
Toen we naar de auto’s liepen zei de mevrouw van de stichting opeens dat ik haar ook de volgende dag wel op kon komen halen, als ik er toch zeker van was.
En dus reed ik de volgende dag met een tuigje en riempje naar het opgegeven adres. Ik kwam binnen in een huis vol honden en Anna kwam meteen aangelopen. Ik stond nog te praten maar Anna ging bij de voordeur zitten. Alsof ze wist dat ze met me mee zou gaan. Tuigje aan, riempje om en ze huppelde zonder omkijken mee naar de auto. Alsof ze al wist dat ze een nieuw huis had…
Kiko vond het een beetje typisch, zo’n zusje erbij. Anna daarentegen voelde zich meteen thuis. Ze pakte het balletje van Kiko, ging op zijn kussen bij de kachel liggen en was tevreden. Kiko, met zijn grote hart, liet het maar gebeuren…
De volgende dag ging ik met Anna naar onze dierenarts. Anna vond het geweldig, al die aandacht! Afgezien van het feit dat ze flink onder gewicht was, vond de dokter littekens op haar buik die niet door operaties konden worden verklaard, zat er een kogeltje in haar oor en was haar staart te kort. Daar was een stukje af gehaald, volgens de dokter. Verder leek ze kerngezond, hooguit wat te alert.
Diezelfde dag begon de ellende.
Anna gedroeg zich opeens als een monster. Kiko werd om alles bevochten maar ook de mensen in huis moesten het ontgelden. Als Anna op de bank lag en ik ging er bij zitten, vloog ze me aan. Als ze op een hondenkussen lag en ik liep er langs, vloog ze me aan. Eigenlijk, om een lang verhaal kort te maken, viel ze alles en iedereen bruut aan om het minste of geringste.
Nee, dat waren ook lang niet altijd ‘waarschuwingen’ en nee, er was geen enkele zichtbare opbouw. Anna ging van 0 naar 100 in 0,1 seconde. Bovendien bleek ze helemaal niet zindelijk. Ik ging maar ‘es bellen met de stichting…
Nee, dat gedrag herkenden ze niet. Agressie? Nooit gezien. Angst? Welnee, nooit.
Via via kwam ik er achter dat ze in haar korte leventje al flink wat had meegemaakt. Sowieso vertelden de littekens en de te korte staart al geen mooie verhaal natuurlijk. Samen met het kogeltje in haar oor leek dit op een jeugd bij de jagers. Wat online speurwerk en mailtjes uitwisselen leerden me dat Anna daarna, in Nederland nog een paar adopties had gehad maar nergens had kunnen aarden. Wij waren plek vier of vijf. Of dit nu het verstandigste besluit was, daar twijfel ik achteraf natuurlijk aan maar ik besloot dat Anna niet meer zou verhuizen. We zouden er wel wat op vinden…
We kregen een huisbezoek, zoals dat gaat bij adopties. De dame twijfelde hardop aan de juistheid van deze plaatsing. Het was natuurlijk op zijn zachtst gezegd een beetje vreemd dat Anna opeens zulke agressieproblemen had en nog steeds niet zindelijk was. Ze was tenslotte al meer dan een maand bij ons. Natuurlijk bracht ik daar tegenin dat ze, met haar acht maanden oud, al een behoorlijk ingewikkeld verleden had. ‘Hoe kom je daarbij? Dat staat nergens in haar papieren’, zei de mevrouw. ‘Jullie zijn het eerste adoptie gezin’, zei de mevrouw. ‘ Misschien is het verstandiger om haar te plaatsen bij mensen die meer van de bijzondere behoeften van podenco’s weten’, opperde de mevrouw.
‘Misschien kunnen we dit gesprek beter afronden’, opperde ik.
Ze zou over twee weken bellen. Als de situatie dan niet verbeterd was, zou een herplaatsing misschien wel de beste oplossing zijn.
Ze heeft inderdaad gebeld. We hadden ondertussen een extra bench, hekjes en barricades door het hele huis, een strak individueel en gezamenlijk trainingsprogramma voor beide hondjes en terwijl ik handen, armen en benen vol blauwe plekken en bijtwondjes had en net weer een dweilemmer had geleegd vanwege het zoveelste ‘ongelukje’ van Anna, zei ik aan de telefoon dat het echt een stuk rustiger was. Anna was nu echt gewend en de problemen waren zo goed als over. Nee, echt, nul agressie. Jazeker, helemaal zindelijk. Ik denk niet dat de mevrouw me echt geloofde maar ik denk ook dat ze me wel heel graag wilde geloven. Anna was een probleemgevalletje en ze waren er nu vanaf.
Het ging ook echt wel snel beter. Heel veel voorspelbaarheid, geen onverwachte bewegingen en veel belonen wierpen hun vruchten af. Maar nieuwe dingen, nieuwe mensen, harde geluiden, onverwachte situaties...dat was ellende. Het leek wel of Anna altijd op scherp stond, altijd klaar om zich te verdedigen. Ze kon er maar niet op vertrouwen dat haar plekje van haar was, dat haar eten echt voor haar was en dat een aai over haar koppie echt niet de laatste was.
Zo had ik nu dus twee honden met een eigen(aardige) gebruiksaanwijzing en ingewikkelde systemen met uitlaten, eten geven en slapen. Maar het werkte voor ons.
Soms was het ook ronduit verdrietig. Dit waren geen hondjes die je overal mee naar toe kan nemen, die rustig op hun kussentjes gingen liggen als er visite was, die lekker los konden in het bos en leuk konden spelen met andere honden. Mensen gaven ongevraagd advies of gewoon ronduit kritiek op mijn kleine knapperds. Want ondanks hun hysterische geblaf, ongezellige gedrag naar andere honden, driftbuien en andere onhandigheden waren het in mijn ogen twee hele knappe beestjes. Ze bleven leren, hielden zich staande in een grote drukke stad en leerden mij en elkaar vertrouwen. Maar de mensen in het hondenbos en op het strand zagen dat natuurlijk niet. Die vonden mij overdreven met mijn clicker en de idiote bochten die ik maakte om anderen te passeren. Hoe vaak ik niet heb gehoord dat er niks met die honden was maar dat ik veel te veel in de hand wilde houden, dat ze mijn spanning overnamen, dat ik de honden het onderling moest laten oplossen… Gelukkig vond ik online een groep voor eigenaren van reactieve honden en leerde ik dat dit niet alleen bij mij gebeurde.
Met uitgerekend twee structuurbehoeftige hypergevoelige honden in een camper naar Spanje vertrekken leek een idioot idee. Ik wist alleen heel zeker dat we een plek zouden vinden waar ze ruimte zouden hebben om hun bijzondere zelf te zijn zonder constant gevaar. Ruimte en rust, dat hadden we nodig.
Het huis wat ik vond in Orgiva, was een stap in de goede richting. Kiko en Anna konden lekker loslopen langs de rivier. Anna kon sprinten, rennen, snuffelen en soms stond ze opeens doodstil met haar neus in de lucht en een super gelukkige snuit. Om vervolgens weer keihard weg te stuiven...
Dat er ondertussen twee nieuwe hondendames bij waren gekomen, pikte Anna wonderbaarlijk goed op, zo lang iedereen maar van haar eten afbleef (en er ook niet stiekem naar keek!) en niemand zo maar naast haar op de bank, het bed of haar kussen sprong. Onverwachte bewegingen en geluiden, dat bleef een reden om uit te vallen.
Geitenkuddes waren een probleem (zie aflevering 3; ontdekkingen) maar gelukkig hadden we ook een hele grote tuin. Helaas bleek die ook niet veilig, we woonden naast een drukke weg en de omheining bleek toch steeds weer ergens een piepklein gaatje te hebben. Ook dat bleek een probleem (zie aflevering 4; hoe we een roedel werden).
Als ik straks een nieuw tiny house heb, wordt dat ook helemaal Anna-proof. Geen weg, geen andere mensen, geen geitenkuddes. Ik moet nog even sparen voor dat stevige en hele lange hek zodat ze genoeg ruimte heeft om veilig te kunnen rennen, struinen en vooral...als een diva in de zon te liggen.
Over een paar weken wordt Anna 8.
Wie mij 7 jaar geleden zou hebben gezegd dat ik met dit meisje op reis zou gaan, dat ze elke nacht naast mij zou slapen zonder driftbuien en zonder me te verwonden, had ik voor gek verklaard. Ik had nooit durven dromen dat Anna uit zou groeien tot zo’n mooi, knuffelig en blij hondje. Ze is natuurlijk nooit een ‘normaal’ hondje geworden maar ik noem haar nu ‘intens’ in plaats van agressief. Want dat is wat ze is. Als ze blij is, is ze intens blij. Als ze schrikt, is ze intens bang (wat vooral gebeurt bij vuurwerk of het geluid van jachthonden in een hok of aanhangwagen). Als ze boos is, dan gaat dat met veel kabaal, tanden en theater maar… als ze van je houdt dan doet ze dat met haar hele wezen.